Ingangsdatumprikker IVA

27 juli 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Als (ex-)werkgever ben je (financieel) belanghebbende bij de WGA-uitkering van een (ex-)werknemer. Als belanghebbende (ex-)werkgever kun je daarom ook het UWV verzoeken de arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werknemer opnieuw te beoordelen (de zgn. ‘herbeoordeling’). Als naar aanleiding van een herbeoordeling vervolgens blijkt dat de verzekerde meer of minder arbeidsongeschikt is (of duurzaam), dan leidt dat tot een wijziging van de WIA-uitkering van de (ex-)werknemer en mogelijk (de hoogte van de) doorbelasting aan de (ex-)werkgever.

Als belanghebbende (ex-)werkgever moet je er wel op bedacht zijn dat deze herbeoordelingen niet altijd met (volledige) terugwerkende kracht ingaan. Zo ook in de zaak van de Centrale Raad van Beroep van 26 juli 2023 (ECLI:NL:CRVB:2023:1423). In die zaak heeft een (ex-)werkgever het UWV in 2020 gevraagd de arbeidsongeschiktheid van een (ex-) werknemer opnieuw te beoordelen. Naar aanleiding van dit verzoek is de verzekeringsarts van het UWV tot de conclusie gekomen dat de (ex-)werknemer met ingang van 14 november 2017 volledig én duurzaam arbeidsongeschikt was.

Het UWV heeft echter de IVA-uitkering per 2 augustus 2019 toegekend en niet al per 14 november 2017. De (ex-)werkgever is het hier logischerwijze niet mee eens en stelt beroep in tegen de vastgestelde ingangsdatum. De rechtbank is het met de (ex-)werkgever eens en draagt het UWV op een nieuw besluit te nemen en per een eerdere datum de IVA-uitkering toe te kennen. Daar is het UWV het dan weer niet mee eens. 

Bij de Raad staat vervolgens de vraag centraal wat de ingangsdatum van de IVA-uitkering moet zijn:

“(…)

In een situatie als de onderhavige, waarin de werkgever het Uwv verzoekt de arbeidsongeschiktheid van de ex-werknemer te beoordelen, is artikel 64, elfde en twaalfde lid, van de Wet WIA van toepassing. Het twaalfde lid gaat over de situatie waarin het recht op uitkering later ontstaat of herleeft of de uitkering wordt verhoogd zonder dat daaraan een aanvraag van de verzekerde ten grondslag ligt, bijvoorbeeld als het Uwv daartoe ambtshalve besluit of bij een verzoek om herbeoordeling door de ex-werkgever. Als er geen sprake is van een aanvraag van de verzekerde, wordt in het twaalfde lid geregeld dat het elfde lid van overeenkomstige toepassing is. Daardoor kan de herleving of het later ontstaan van het recht of de verhoging van de uitkering ook in dat geval niet eerder ingaan dan 52 weken voorafgaand aan de dag waarop het Uwv dat heeft vastgesteld dat daarvan sprake is. Dit betekent dus dat het recht op een IVA-uitkering van de ex-werknemer weliswaar op grond van artikel 48 van de Wet WIA per 14 november 2017 is ontstaan, nu vanaf die datum is vastgesteld dat sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, maar dat - ook in het geval van een verzoek om herbeoordeling door betrokkene als werkgever - de uitkering vanwege de beperkende werking van artikel 64, elfde lid, van de Wet WIA niet eerder kan ingaan dan 52 weken voorafgaand aan de aanvraag van betrokkene, tenzij er sprake is van een bijzonder geval.

(…)”

De hoofdregel is dus: de uitkering gaat niet eerder in dan 52 weken voor de aanvraag, tenzij sprake is van een bijzonder geval.

Was in deze zaak sprake van een bijzonder geval?

Nee zegt de Raad: de (ex-)werkgever heeft niet voldoende onderbouwd dat zij redelijkerwijze niet eerder een herbeoordeling had kunnen vragen en dus geldt de hoofdregel van artikel 64 Wet WIA: de ingangsdatum wordt niet eerder dan 52 weken voorafgaand aan de aanvraag van de herbeoordeling vastgesteld.

Bottom line: (ex-)werkgever, zorg dat tijdig om een herbeoordeling wordt verzocht bij het UWV, zodat jouw organisatie – zoals in deze casus – geen twee jaar doorbelasting door de neus wordt geboord!

Meer lezen over de datumprikker van het UWV? https://maok.nl/medisch/de-datumprikker-van-het-uwv/

Gerelateerde artikelen